Gereedschap

Om je steen te bewerken kun je verschillende gereedschappen gebruiken. Hieronder staan er een paar:

Meestal begin ik met een ijzerzaag om een stuk steen een vlakke onderkant te geven of om de grove vorm in een beeld te zagen. Dit kan ook met een vijl, een grove vijl om snel grote stukken steen te verwijderen of een fijnere vijl om de vorm gladder te maken. Het nadeel van het gebruik van een grove vijl is dat er vaak diepe krassen in je beeld ontstaan die je weer weg moet vijlen en schuren. Op de onderste rij is ook een steenvijl te zien die speciaal gemaakt is om beelden mee te vormen. Maar ook deze geeft diepe groeven in je beeld. Verder gebruik ik sleutelvijlen voor het afronden van vormen die naar buiten bollen. Een aantal sleutelvijlen zijn te zien op de onderste rij.

Sleutelvijlen zijn niet heel geschikt om holle vormen te bewerken. Dat gaat beter met stekers, ijzeren beiteltjes in verschillende vormen waar je vrij gedetailleerd mee kan werken. Op de bovenste rij van de foto zie je er een aantal met verschillende vormen.

Om het beeld echt glad af te werken, gebruik je schuurpapier van grof naar fijn. Meestal heb ik 6 tot 8 verschillende schuurpapiertjes nodig om alle krassen uit het beeld te verwijderen en het te polijsten,  van korrel 180 tot korrel 1200.

De steen

Hoe kies je een steen?

Om de maat van mijn schets in klei te kunnen bepalen bekijk ik eerst welke steen ik wil gebruiken om mijn beeld uit te maken. Ik heb nog een mooie steen liggen die heel geschikt is voor mijn beeld. Stenen zijn te verkrijgen bij veel winkels in benodigdheden voor beeldhouwen en keramiek.

Kwetsbaar

Speksteen blijft een relatief kwetsbare steen. Ook als hij helemaal afgewerkt is komen er bij gebruik makkelijk diepe krassen in of stoot je er stukjes vanaf. Hou hier rekening mee bij het uitzoeken van de steen. Als je van de steen een gebruiksvoorwerp wilt maken, zijn daar eigenlijk alleen de hardste steensoorten geschikt voor en dan nog moet je er voorzichtig mee omgaan.

Het uiterlijk van de steen

Speksteen is een vrij zachte steen in veel verschillende kleuren, van wit en pasteltinten via groene en bruine stenen naar zwart. De donkere stenen zijn harder dan de witte en lichte stenen. Door de steen in de winkel nat te maken kun je de kleur zien die de steen zal hebben als je hem helemaal glad afwerkt. Meestal is hiervoor in de winkel een emmertje met water en een spons aanwezig.

A                                B

A Zachte, lichtgroene steen, opgebouwd uit laagjes

B Harde, glasachtige zwarte steen, opgebouwd uit laagjes

 

C                                             D

C Middelharde lichtgroen/roestbruine steen. De steen heeft scheuren maar alleen aan de oppervlakte.

D Harde glasachtige zwarte steen met sporen van wit en roestbruin.

Bij het uitzoeken van de juiste steen voor je beeld moet je ook letten op scheuren in de steen, inkapseling van hardere stukjes of een bepaalde mate van gelaagdheid van de steen. Vooral lichte stukken steen zijn vaak opgebouwd in laagjes die bij het bewerken af kunnen brokkelen of kunnen splijten. Soms hebben stenen meerdere kleuren en soms een heel uitgesproken lijnenspel. Deze kleuren verschillen ook onderling van hardheid.  Het mooiste is de lijnen op de steen een deel te laten zijn van je ontwerp zodat ze bijvoorbeeld met de vorm van het beeld meelopen. Als je een heel vaststaand ontwerp wilt maken is het handiger een wat neutralere steen te zoeken tenzij de lijnen op de steen die je gevonden hebt, precies op de goede plaats vallen en de vorm van je beeld iets extra’s kunnen geven.

De maat van de steen bepalen

Als je de kleur bepaald hebt ga je op zoek naar de juiste maat steen. De maat van de steen bepaalt de maat van je uiteindelijke beeld. De meeste stukken uit de winkel zijn al voorgezaagd of gehakt in brokken van een paar kilo per stuk. Dit zijn meestal stukken van ongeveer 20x20x20 cm, vaak kleiner of platter. Als je een grotere steen wilt gebruiken moet je die speciaal bestellen.

De meeste stukken hebben een vrij onregelmatige vorm, anderen zijn verzaagd tot platte stukken. Bij de onregelmatige stukken moet je goed kijken of je beeld erin past en of de holling in je steen niet toevallig op de plek zit waar je een bijvoorbeeld een rug had bedacht. Kijk goed of het stuk steen hoog, diep en breed genoeg is voor jouw beeld. Als je dat eigenlijk niet zo uitmaakt, kies dan de steen met de mooiste kleur of kleuren.

Eerste schetsen

Uitgangspunt van mijn beeld

Ik maak meestal vrij figuratieve beelden waarbij de detailles meer in de handeling dan in de uiterlijke kenmerken van de personen zit.

Nadat ik in mijn hoofd gezien heb wat voor een beeld ik ongeveer wil maken, begin ik met een paar eenvoudige schetsen op papier. Ik doe dit om mijn beeld vast te leggen. Als het alleen in mijn hoofd blijft zitten veranderd het steeds en dat is wat lastig als je in steen werkt. Dus ik wil mezelf een beetje beperken door een ontwerp vast te leggen. Dat wil niet zeggen dat het niet nog kan veranderen maar alleen in detailles.

Schetsen van het eerste idee

A eerste schets, B tweede schets, C linker zijkant van D, E achterkant van D, F1 niet goed, F2 rechterzijkant van D

Bij schets A staan de voeten van de personen te ver uit elkaar waardoor alleen de hoofden elkaar aanraken en niet het hele lichaam. Dit geeft de indruk van afstand die ik niet wil. Ook hebben de man en de vrouw hun armen alleen om elkaar heen terwijl de kinderen hier niet in betrokken worden.

Bij schets B staan de figuren al dichter bij elkaar maar nog steeds omhelzen de man en de vrouw alleen elkaar.

In schets C,D,E en F2 Probeer ik een beeld te krijgen van de figuren van alle kanten. Het beeld stelt een man en een vrouw voor die elkaar met een arm omhelzen. En terwijl ze dat doen, omhelzen ze met de andere arm de kinderen waardoor een verbondenheid ontstaat tussen alle figuren in het beeld.

Ik merk dat ik tijdens het schetsen moeite heb te bedenken waar alle armen van de figuren blijven en welke arm nu boven welke komt. En hoe het er werkelijk uitziet als mensen elkaar omhelzen. Waar blijft het hoofd als de lichamen direct elkaar raken, waar blijft welke arm zodat de figuren elkaar wel omhelzen maar niet afdekken.

Foto’s

Ik merk dat ik meer plaatjes nodig heb. Als ik een beeld van een persoon maak vraag ik vaak een model om voor me te poseren of ik poseer zelf en ik vraag iemand mij te fotograferen. Ik fotografeer mijn model van alle kanten zodat ik een goed beeld heb van lichaamsproporties.

Klei

In dit geval heb ik 6 personen nodig van verschillende afmetingen. Ik heb niet veel tijd om de juiste modellen te zoeken dus ik heb besloten dit keer niet met foto’s te werken maar met klei. Mijn volgende stap is alle benodigde figuren in klei te maken en ze zo te groeperen dat het beeld ontstaat wat ik voor ogen heb, in de juiste verhouding tot de steen waar het uiteindelijke beeld uit gemaakt gaat worden.

Wordt vervolgd

Beelddenkers in beeld

Pas kort ben ik erachter gekomen dat er zoiets bestaat als taaldenkers en beelddenkers. Daarvoor dacht ik eigenlijk dat iedereen op dezelfde manier dacht als dat ik dat doe: Als je aan iets denkt, krijg je een plaatje in je hoofd. Het is een soort foto waarop datgeen staat waar je aan denkt met een leuke achtergrond, vaak in kleur, geur en geluid, waar je dan naar kan kijken. Als iemand dan iets meer verteld wordt het plaatje uitgebreid of ontstaat er een nieuw plaatje. Bij een lang verhaal wordt dit een serieuze speelfilm, nog net niet in 3D. ( Hmm, ik las net weer een artikel over beelddenken en daarin wordt gezegd dat je wel in 3D denkt. Misschien moet ik dan maar zeggen: Nog net niet in HD.)

Ik stelde mijn hoofd altijd voor als een oude apothekerskast met ontelbaar veel laatjes. In al deze laatjes zitten foto’s over een bepaald onderwerp. Elke dag worden er nieuwe foto’s aan de laatjes toegevoegd. Want elke keer dat je ergens naar kijkt, maak je een nieuw plaatje. En als je ergens aan denkt combineer je vaak plaatjes met plaatjes zodat er nieuwe plaatjes ontstaan.

Een vriendin vertelde me laatst dat ze het zo fascinerend vond dat ik gelijk een tekening kon maken bij een verhaal wat ze vertelde. Daar verbaasde ik me over, vooral toen ze zei dat zij dat niet had. Paar dagen later was ik op het internet aan het zoeken over leerproblemen bij kinderen en toen kwam ik een stuk tegen over beelddenkers.

Het stuk stelde dat ieder kind vanaf zijn geboorte in beelden denkt maar dat rond de 4de levensjaar taal steeds belangrijker wordt. Vanaf dat moment wordt door het kind onbewust gekozen om de weg van het woord te gaan, de taaldenkers, of in beelden te blijven denken, de beelddenkers.

Wordt vervolgd

Mijn eerste beeld voor Beelden in Woorden

Dit blog voor Beelden in Woorden gaat over beelden.  Maar hoe ontstaat een beeld? En hoe kom je van idee naar resultaat? In delen wil ik hier het ontstaan van een beeld laten zien, vanuit mijn eerste uitgangspunten, beelden die in mijn hoofd ontstaan, eerste schetsen op papier, schetsen in klei tot uiteindelijk het hakken uit steen. Maar ook mijn gedachten tijdens dit proces, de obstakels die ik tegenkom en de oplossingen die ik hiervoor kan vinden.

Het uitgangspunt voor een beeld

Gevoelens in steen

Mijn uitgangspunt voor een beeld  is meestal: voor wie of wat maak ik dit beeld? Is het een algemeen beeld voor mezelf om bepaalde technieken te oefenen? Is het een plaatje dat ik in mijn hoofd heb wat erom schreeuwt omgezet te worden in steen? Of is het een geschenk voor iemand?

Ik maak vaak beelden ter gelegenheid van een speciale gebeurtenis: een geboorte, een huwelijk, een jubileum verjaardag etc. Het beeld dat ik nu ga maken en bespreken is voor de bruiloft van een goede vriendin.

Als ik besloten heb om een stenen beeld te maken denk ik eerst aan de persoon of personen voor wie het beeld wordt. Als ik dit doe zie ik plaatjes voor me van deze personen. ( zie mijn blog over beelddenken). De plaatjes zijn als foto’s die in een hoog tempo langskomen. Het zijn plaatjes van dingen die ik gezien en gevoeld heb toen ik hen samen zag, plaatjes van dingen die ik me kan herinneren van gebeurtenissen die me verteld zijn met betrekking tot deze personen, plaatjes van mijn eigen gedachten en gevoelens met betrekking tot deze personen en hun verbintenis.

Terwijl deze plaatjes voorbijschieten ontstaan er nieuwe plaatjes. Plaatjes van een beeld dat al deze indrukken probeert uit te drukken. Er komen plaatjes van verbondenheid, eenheid, geborgenheid voorbij die voor mij het duidelijkst uitdrukken waar dit huwelijk over gaat. Maar het is niet alleen een verbintenis tussen een vrouw en een man.

Het is een verbintenis tussen haar en zijn verleden en daar zijn ook kinderen bij betrokken.  Mijn eerste beeld was een huwelijksbeeld dat ik jaren gelden voor een goede vriendin heb gemaakt. Het is een beeld van een man en een vrouw die elkaar omhelzen, innig verbonden.

Omdat ik de foto van mijn oude beeld even niet kan vinden is dit even een snelle schets. Helaas heb ik even geen scanner dus is de afbeelding vaag.

Maar dat beeld bevat “slechts” twee personen. Ik wil graag een beeld maken van twee volwassenen en vier kinderen.